Het “Monster Hunter” genre is een niche genre die tot Monster Hunter World vooral bekend was in Japan. Sinds Capcom een Monster Hunter heeft gemaakt die toegankelijker was hier, in het westen, is het een enorm succes. Zo werd Monster Hunter Rise ook onlangs op platformen buiten de Switch uitgebracht. Maar een nieuw genre is net als een zaadje dat wordt geplant. En uit dit zaadje komt een boom met nieuwe, laat ons zeggen, exotische vruchten. Daarvan is Wild Hearts er eentje.
De beschermengel van Minato
Als een zwervende hunter kom je in het begin oog in oog te staan met een boss die unbeatable is, te vergelijken met Elden Ring en dergelijke. Kort daarna ontmoet je een aantal personages die naar hun stad toe willen gaan, maar worden verhinderd door Kemono. Kemono zijn wezens met dierenkenmerken gecombineerd met de natuur. Zo heb je een aap die in vuur en vlam staat, een varken met grote takken als slagtanden en een kip die probeert te vliegen. Het probleem met deze wezens is echter dat ze de omgeving naar hun eigen hand (of poot) zetten. Zo zorgen ze dat mooie grasvelden geteisterd worden door sneeuwstormen of bergachtige gebieden platgelegd worden voor een woestijn.
De stad, Minato, is hierdoor in gevaar. Jij wordt de beschermengel van de stad en zorgt dat Kemono in de aangrenzende gebieden niet al te dicht bij de stad kunnen komen.
Het verhaal is er. Maar een Monster Hunter-game spelen we zeker niet voor het verhaal. Deze zijn immers meestal niet zo memorabel. Waarom we de game wél spelen is uiteraard om gigantische kippen neer te halen.
Minder keuzestress
De gameplay is op papier best wel simpel. Je kiest een bepaald wapen en gebruikt die om een Kemono neer te halen. Je krijgt materialen van het zonet neergeklopte monster, en maakt daarmee een beter wapen. Gelukkig is er meer dan enkel deze loop in de game.
Er zijn negen verschillende type wapens in de game. De eerste vijf zijn onmiddellijk te verkrijgen, waarbij de andere vier pas later beschikbaar zijn. Persoonlijk vind ik dit een betere optie dan hoe de franchise van Capcom het aanpakt. Bij die laatstgenoemde krijg je meteen de keuze uit een 15-tal wapens, waardoor je niet de kans krijgt om eerst de basis onder controle te krijgen. De beperkte keuze van Wild Hearts zorgt voor minder “chaos” in het begin van de game.
Elk wapen is uniek en geeft je verschillende speelstijlen. De wapens die later ontgrendeld worden zijn iets complexer maar zorgen ook voor wat meer plezier naar mijn gevoel. Toch bleef mijn favoriete wapen de Bladed Wagasa; eigenlijk een paraplu die je vooral aerial mogelijkheden geeft én een parry heeft.
Karakuri
Om het op te nemen tegen het monster dat Monster Hunter heet, moet je natuurlijk op de markt komen met wat vernieuwende gameplay. En dat doet de ontwikkelaar met de karakuri. Karakuri is een kracht die in de vroege uurtjes van het spel wordt geïntroduceerd. Met deze kracht tover je bepaalde zaken tevoorschijn die je tijdens je hunt kan gebruiken. Dit kunnen dozen zijn of springveren die zorgen voor meer beweegbaarheid op het veld of een fakkel die je wapen in brand steekt.
Deze lijken simpel in het begin maar eenmaal je bepaalde hunts voltooit kan je ook deze simpele karakuri vermengen met elkaar. Zo maak je van zes dozen naast elkaar een muur die Kemono kan tegenhouden, of met drie springveren maak je een hamer die wel wat schade aan de Kemono aanbrengt.
Al deze karakuri zorgen voor een nieuwe dimensie tijdens je hunt. Zeker met het samenstellen van verschillende karakuri kan je heel wat tactieken uitoefenen tijdens je hunt.
Dragon karakuri
Naast de gewone karakuri hebben we nog een aparte groep. Deze zijn de dragon karakuri. Deze permanente versie van karakuri kan je neerplaatsen in de verschillende gebieden. Elke dragon karakuri vraagt echter een bepaalde energie van het eiland. Deze energie kan je ontgrendelen door bepaalde punten te activeren op het eiland. Door Kemono te verslaan kan je deze punten sterker maken en dus ook meer dragon karakuri plaatsen op het eiland.
Deze dragon karakuri hebben meer te maken met gebouwen of verplaatsing. Zo heb je een tent, die dient als fast-travel point, of karakuri die je helpen bewegen over een grote afstand. Elk van de vijf eilanden waar je op zal komen beginnen volledig leeg. Het wordt je eigen speelplein die je – wel gelimiteerd – kan vullen met je dragon karakuri.
Wanneer je multiplayer gaat spelen zie je ook hoe andere spelers hun eilanden hebben ingedeeld. Zo is elk eiland, van elke speler, een beetje uniek.
Farming
Hoewel dit geen boerderijspel is, komt er toch heel wat farming aan te pas. Hier wordt het farmen voor materialen door Kemono meerdere keren te verslaan. Deze materialen zijn nodig om sterkere wapens en armor te maken. Er is een hele vertakking om je wapens te upgraden die je misschien wel wat kan afschrikken. Met het armor is er ook iets vernieuwends gedaan waardoor er hier ook iets meer in-depth tactiek verscholen zit.
Graphics
Voor een game die enkel speelbaar is op next-gen consoles laten de graphics zich wel wat de wensen over. Zeker voor gebieden die besneeuwd zijn. Echter zijn er ook wel gebieden die dan uitstekend goed uitgewerkt zijn. Wat wel wat zorgt voor een vreemde balans.
Skill cap
Als je nog nooit een Monster Hunter game hebt gespeeld en je wilt je wagen aan Wild Hearts, moet je bereid zijn om veel tijd te spenderen om een monster te leren kennen. Er is namelijk een nogal grote “skill cap”. Hiermee bedoel ik dat het niet zo’n makkelijke game is en je bereid moet zijn om te leren. Hoewel het geen Dark Souls is, kunnen we het er wel een beetje mee vergelijken.
Elke Kemono is uniek en op zich, telkens een boss battle. Het neemt wat tijd voor je kan voorspellen wat de Kemono precies gaat doen. Daarnaast moet je ook zoeken naar welk wapen en element het meest effectief zijn op het vreemde natuurfenomeen. Uitzoeken welke strategie het beste werkt vraagt ook wat tijd. En daarnaast maakt de game je het nog even extra moeilijk door te zorgen dat je niet al te ver kan gaan in het wapen-upgrade systeem.
Werp daar nog eens het masteren van je wapen én van de karakuri bovenop, en je hebt wel wat tijd nodig om het spel wat onder de knie te krijgen.
Vernieuwend, maar niet feilloos
Omega Force doet een welgemeende poging om het op te nemen tegen de Monster Hunter franchise. Met de verfrissende introductie van Karakuri, objecten die je kan gebruiken tijdens je hunt, zorgt het voor meer flexibiliteit. Als we de game vergelijken met Monster Hunter doet het veel dingen beter, maar sommige dingen ook minder goed.
Met wat minder wapens is het een toegankelijkere versie tot het genre. Tenminste, wanneer je multiplayer speelt en bereid bent om wat bij te leren. Met zowel wapens, karakuri en telkens nieuwe Kemono die je moet leren kennen, kan het wel enige tijd vragen voor je voorbij een Kemono geraakt.
De graphics laten zich wel wat aan de wensen over, maar eigenlijk komen we toch enkel om in anime-stijl een reuzachtig wezen af te slachten.
Samenvatting
Door de frisse vernieuwingen vond ik mijn tijd met de game erg leuk en had ik ook wel het gevoel van “one more hunt”. Echter, af en toe was ik het ook wel beu om neergeslagen te worden door een gigantische aap. Gelukkig waren er genoeg online spelers die er wel wat van konden.
PRO
- Elk eiland is je eigen speeltuin
- Quality of life aanpassingen in vergelijking met andere in het genre
- Meer tactische mogelijkheden door het "karakuri" systeem
CON
- Vergt wat tijd om voorbij nieuwe Kemono te geraken
- Graphics zijn niet goed voor een next-gen game